Onze diensten

Circulaire economie – een stukje theorie om de praktijk toe te lichten

Auteur: Lonneke van Harrewijn
Datum: 28-07-2021

Modellen voor een circulaire strategie

Een circulaire economie is een systeem waarin het behouden van waarde van grondstoffen centraal staat. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar fabrikanten en ontwerpers om op een andere manier te produceren en te ontwerpen. Maar ook de consument heeft hierin een rol en kan voor een groot gedeelte dezelfde stappen doorlopen. De bekendste denkmodellen zijn het 10R-model, ontwikkeld door prof. Jacqueline Cramer, voormalig minister van VROM, en het “vlindermodel” van de Ellen MacArthur Foundation, waarin de verschillende R-niveau’s (refuse, redesign, repair, reuse etc.) terugkomen. Ook de Ladder van Lansink uit 1979, sinds 1993 onderdeel van de Wet Milieubeheer en sinds 2008 onderdeel van de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen is een bekende indeling voor afval. Deze start bovenaan met preventie, dan volgen hergebruik, recycling, energie, verbranden en storten.

Kies wat bij jouw organisatie en bedrijfsproces past. Het gaat tenslotte om wat je doet om bij te dragen aan de circulaire economie. Het is vooral belangrijk dat je streeft naar het hoogst haalbare en natuurlijk elke keer een stapje verder komt in het kader van continu verbeteren. Zeker weten dat iedereen hetzelfde verstaat onder termen en definities? Er bestaat sinds kort ook een woordenboek circulaire economie.

Het 10R-model

Het 10R-model werkt als volgt; hoe hoger op de R-ladder, hoe lager het grondstofgebruik. Deze ladder gaat uit van producten en meer specifiek over product functies.  Veel organisaties kiezen voor een vereenvoudigde 3-R variant omdat niet elke ‘R’ past bij elk bedrijfsproces. Tevens is deze 3-R variant behapbaarder voor organisaties, er wordt namelijk gekozen voor de R-en die het beste passen. Hieronder lichten we de verschillende niveaus toe en geven we voorbeelden uit onze klantpraktijk.Het 10R-model

Refuse (R0)/Rethink en Reduce (R1)
Refuse (R0)/Rethink en Reduce (R1) gaan over bewustzijn en nadenken hoe het écht anders kan. R0 en R1 zijn gedreven door sociale en technologische innovatie. Zonder gevoel voor urgentie, kennis of bewustzijn zal er geen actie worden ondernomen. Rethink en sociale innovatie gaan over een andere manier van organiseren. Door met een nieuwe blik naar de hele bedrijfsvoering te kijken, het productieproces en de echte behoefte die een product of dienst vervult, kun je op een heel nieuw product ontwerp uitkomen of op een nieuwe manier van produceren. Dit zal vaak samengaan met samenwerking in de keten om de (CO2)impact van die keten zo klein mogelijk te maken. Een mooi voorbeeld hiervan is biobased bouwen (Kennisbank Biobased Bouwen). Ruim 30 partijen uit de bouwsector (architecten, producenten, de overheid en kennis instellingen) hebben een kennisbank opgezet om te stimuleren dat meer traditionele en natuurlijke materialen worden gebruikt voor het bouwen en renoveren van woningen in plaats van beton en kunststof.

Ook zien we hier een belangrijke link naar de plannen rondom Fit for 55. De renovatie van gebouwen is de sleutel tot het verminderen van het energieverbruik van gebouwen. De Europese Commissie stelt momenteel voor dat:

  • Elke lidstaat jaarlijks minimaal 3% van het vloeroppervlak van alle publieke gebouwen moet renoveren;
  • In 2030 als benchmark gebouwen voor 49% uit hernieuwbare materialen moeten bestaan.

Bij Reduce wordt ook nagedacht over het verminderen van grondstoffen en of ook gerecycled materiaal kan worden gebruikt. Denk hierbij aan hoe snijafval kan worden verminderd of voorkomen, bijvoorbeeld door opdrachten te combineren, zodat je dat laatste restje toch nog nuttig kan gebruiken.

Redesign (R2)
Het is tegenwoordig vaak niet mogelijk of niet rendabel om een product te repareren. Dus worden deze weggegooid. Redesign (R2) vraagt om het op een andere manier ontwerpen van producten, waarbij rekening wordt gehouden met reparatiemogelijkheden, hergebruik of recyclebaarheid. Niet alleen van het product zelf, maar ook van haar verpakkingen. Piepschuim wordt bijvoorbeeld vervangen door karton als beschermingslaag van de verpakking. Op deze manier sluit je weer aan bij Refuse (R0) om géén piepschuim of ander niet afbreekbaar plastic te gebruiken in je verpakkingsmaterialen. Een succesverhaal in de textielbranche is oud QSN opdrachtgever Schijvens corporate fashion. Zij hebben al verschillende prijzen gewonnen met hun aanpak rond circulaire bedrijfskleding, waarbij zij voor hun kleding gebruik maken van gerecycled plastic en gerecycled textiel.

Re-use (R3)
Re-use (R3) gaat over hergebruik van producten in totaliteit. De deeleconomie is hier voor een groot deel op gebaseerd.  Maar denk ook aan de kringloopwinkel, weggeefkasten met boeken en Greenwheels. Deze initiatieven zijn in eerste instantie gericht op consumenten, maar kan je bijvoorbeeld ook in een verzamelpand van bedrijven vormgeven. Wellicht heeft iemand op een andere etage wel het boek in de kast staan waar jij naar op zoek bent.

Repair (R4), Refurbish (R5) en Remanufacture (R6)
Repair (R4), Refurbish (R5) en Remanufacture (R6) worden vaak samen genomen en lijken ook sterk op elkaar. Repair gaat over onderhoud en reparatie, een dienst die in de circulaire economie steeds belangrijker zal worden. Om reparaties te voorkomen en de levensduur van producten te verlengen wordt steeds meer gebruik gemaakt van Internet of Things (IoT). Hiermee kunnen kritieke bedrijfsprocessen of belangrijke apparatuur continu worden gemonitord via sensoren. Dit resulteert in het voorkomen van uitval of storing van de apparatuur en hierdoor kan tijdig preventief onderhoud worden uitgevoerd. QSN relatie Xerox heeft haar processen op deze wijze ingericht. Bij Refurbishment worden producten opgeknapt om vervolgens verkocht of verhuurd te worden tegen een lagere prijs. Dit gebeurt veelal met printers en hun cartridges, koffieautomaten etc. Met Remanufacturing worden nieuwe producten gemaakt van (onderdelen van) oude producten. Hier valt ook revisie onder. Een zeer bekend fenomeen in de autobranche is het controleren en herstellen van motoren en machines waarbij de motor uit elkaar wordt gehaald en gereinigd en versleten delen worden vervangen.

Repurpose (R7) en Recycling (R8)
Heel dicht bij Recycle ligt de stap Repurpose (R7) waarbij het gaat om het hergebruiken van producten met een ander doel; ook wel upcycling genoemd. Dit wordt veel gebruikt in de design industrie.

Tegenwoordig wordt veel aandacht gegeven aan de Recycling (R8) van producten. Het feit dat deze zo laag op de ladder staat komt omdat er vaak nog veel energie voor wordt gebruikt en het vaak gepaard gaat met kwaliteitsverlies. Voorbeelden van hoogwaardige recycling zijn papier, metaal, glas en textiel. Het vermalen van marmer tot puin wat als stabilisatie- en vullaag onder asfalt wordt gebruikt is een voorbeeld van laagwaardige recycling.

In de bouwindustrie is veel aandacht voor circulariteit. Eén van de opdrachtgevers van QSN is CroonWolterenDros. “Circulair ondernemen doe je samen”, is hun motto. Daarom zijn zij een van de trekkers in deze branche waarbij zij met ketenpartners (klanten en toeleveranciers) zoeken naar praktische circulaire oplossingen. Een depot voor 2de hands technische onderdelen die in tunnels zijn gebruikt bijvoorbeeld.

Ook in de textiel branche wordt veel aandacht gegeven aan recycling. Een voorbeeld hiervan is Sympany, opdrachtgever van QSN, en vooral bekend van de textielinzamelcontainers. Zij werken samen met ketenpartners om van textiel circulaire grondstoffen te maken zoals isolatiemateriaal, maar ook hoogwaardige garens en textiel.

Circulaire economie een boost geven
Om de circulaire economie een boost te geven is het nodig om circulariteitsstrategieën die hoger op de ladder staan in te zetten. Remanufacture, Refurbish en Repair zijn daarin belangrijke tussenstappen om uit eindelijk te komen bij Reuse, Reduce, Redesign en uiteindelijk Refuse.

Recover (R9)
Bij Recover (R9) gaat het om het verbranden van materialen waarbij energie wordt terug gewonnen. Denk hierbij aan ongesorteerde bedrijfs- of huisafval wat in de afvalinstallaties wordt verwerkt. Het opwekken van energie via biomassa wordt hierbij als circulair gezien, maar het opwekken van energie middels wind en zon niet. Een voorbeeld van circulaire biomassa en de praktische toepassing hiervan vinden we in het circulair zetten van koffie zoals dat gebeurt bij de Wageningen University & Research (WUR). Daar wordt koffiedroes gebruikt om koffie te branden.

Het model van het Circulair Economische Systeem

Omdat onze economie gebruik maakt van natuurlijke hulpbronnen, die niet eindig zijn, maar deels wél circulair, maakt ook de aarde als leverancier hiervan deel uit van het systeem. Om de circulaire economie als systeem te verbeelden en de impact van het verbruik van natuurlijke hulpbronnen in beeld te brengen als onderdeel hiervan, heeft de Ellen MacArthur foundation het vlindermodel uitgewerkt.

Aan de linkerkant, in het groen, is de biologische en agrarische (milieu) input weergegeven; aan de rechterkant de technische, materialen kant. Het is van belang dat deze met elkaar in evenwicht zijn. Het doel van de circulaire economie is om de druk op de primaire, natuurlijke, grondstoffen te verlichten door grondstoffen zoveel mogelijk te hergebruiken, zoals hierboven beschreven in het R-model. Deze elementen van het R-model vind je dan ook terug aan de rechterkant van dit ‘vlinder’-model.

(Samen) dingen slimmer doen

Waar het in de kern over gaat voor organisaties is (samen) dingen slimmer doen.
input, kernactiviteit, output en outcome

Input
Bij de input voor je bedrijfsproces kijk je of je dingen slimmer kunt doen door efficiency van het gebruik van grondstoffen, of grondstoffen lokaal in te kopen. Denk hierbij aan slim gebruik maken van bemestings- of bestrijdingsmiddelen. Dit kan door alleen te spuiten waar een plant staat en niet continu waardoor de bodem vervuild raakt en product verspild wordt. De producent van de spuitmachines zet camera’s en software op de spuitarmen om dit te realiseren.

Ook kan je bij de input voor je bedrijfsproces bepalen om je grondstoffen of je bestaande (productie)capaciteit intensiever te benutten. Denk hierbij aan het slim inzetten van logistieke capaciteit en bestaande infrastructuur.

Kernactiviteit
Kijk bij het uitvoeren van de kernactiviteiten hoe je jouw product of dienst zo efficiënt mogelijk kunt produceren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het voorkomen van snijverliezen door slimmer en efficiënter gebruik te maken van de grondstoffen, bijvoorbeeld door opdrachten te combineren.

Output en outcome
Om de levensduur van producten (output) te optimaliseren is het mogelijk om via IoT meer inzicht te krijgen in de prestaties en slijtage van (productie)apparatuur. Door dit inzicht kan preventief onderhoud worden uitgevoerd, uitval worden voorkomen en gaan producten uiteindelijk langer mee.

Hiernaast is ook het intensiever benutten van producten (output) mogelijk door zaken als een dienst (lease, of “as a service”-concepten) aan te bieden. Het eigenaarschap blijft dan bij de producent of verkopende partij liggen, samen met een zorgplicht voor het product. De klant of gebruiker heeft een retourplicht. Dit valt samen met de R-strategieën Re-use, Repair, Remanufacture en Refurbish. Hierdoor heeft de producent of verkopende partij ook controle over haar retourstromen (outcome). Om deze succesvol te laten zijn moeten deze laagdrempelig worden ingericht. Succesvolle voorbeelden hiervan zijn te vinden in de autobranche en in de textielindustrie.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op. De QSN Kennisexperts hebben brede ervaring op het gebied van circulaire economie en helpen jouw organisatie graag bij de realisatie van duurzaamheidsdoelstellingen. Wil je meer weten over de trends en ontwikkelingen uit o.a. deze blog? Op 16 september 2021 organiseerde wij een Webinar over Duurzaamheid.

Bronnen: RIVM, Nudge, Ellen MacArthur Foundation, RVO, CroonWolterenDros, WUR en Smartcirculair.

circulaire economie