Onze diensten

BRL 6000-25 verplicht voor installatiebedrijven

Datum: 09-02-2022

Vanaf 1 januari 2023 geldt de verplichte BRL 6000-25 certificering voor installatiebedrijven. Alleen bedrijven met het certificaat mogen nog werkzaamheden uitvoeren aan gebouw gebonden gasverbrandingsinstallaties, zoals gasketels en rookafvoer. In dit nieuwsartikel lees je meer over de BRL 6000-25. 

Het ontstaan van BRL 6000-25

In 2015 bracht de Onderzoeksraad voor de Veiligheid een rapport uit over gevaren van koolmonoxide bij CV-ketels. Uit dit rapport blijkt dat installatiebedrijven, ondanks branche-keurmerken, niet in staat zijn om voldoende veiligheid te bieden rond koolmonoxide. Als reactie op dit rapport werd door de overheid een aanpassing gedaan in het Bouwbesluit. Op 1 oktober 2020 is de ‘gasketelwet’ van kracht. Alleen organisaties in het bezit van een certificaat, afgegeven door een geaccrediteerde instantie mogen werkzaamheden aan gebouw gebonden gasverbrandingsinstallaties uitvoeren. Deze eisen waaraan de installatiebedrijven moeten voldoen zijn geformuleerd in paragraaf 1.8 van het Bouwbesluit. 

Wat is BRL 6000-25?

De BRL 6000-25 is een vertaling van de eisen uit paragraaf 1.8 van het Bouwbesluit. Het is een beoordelingsrichtlijn met eisen waaraan installatiebedrijven moeten voldoen als zij willen werken aan gebouw gebonden gasverbrandingsinstallaties en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas.  

De eisen

Om te certificeren op BRL 6000-25 moet een installatiebedrijf aan de volgende eisen voldoen:

  • De organisatie moet een kwaliteitshandboek opstellen waarin minimaal de volgende zaken beschreven worden: registratie van projecten, beheer van projectdossiers, beheersing van vakbekwaam personeel, documentenbeheer, interne audits, klachtenafhandeling en beheersing tekortkomingen. 
  • Er moet een Vakbekwaam Persoon (VP) en een Voldoende Onderricht Persoon (VOP) worden aangewezen. Aan de VP en VOP worden verschillende vakbekwaamheidseisen en verantwoordelijkheden gesteld. Beiden moeten aantoonbaar in bezit zijn van het ‘Bewijs van Vakbekwaamheid’.  
  • Alle werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties moeten met gekalibreerde meetinstrumenten worden gecontroleerd volgens een vastgestelde checklist.  

Voor het toelatingsonderzoek moet tenminste één gerealiseerd project per deelgebied bezocht worden. Bij dit bezoek is een inspecteur van een certificerende instellingen (CI) en een medewerker van het installatiebedrijf aanwezig. De CI controleert de verbrandingsinstallatie op mogelijke kritische punten. Het certificaat is drie jaar geldig.  

Voor wie?

Het certificaat is verplicht voor installatiebedrijven en zzp’ers die werkzaamheden uit willen voeren aan gebouw gebonden gasverbrandingsinstallaties met een nominaal vermogen tot 100 kW. Het gaat om het installeren, repareren, onderhouden of inbedrijfstellen van gasverbrandingsinstallaties, verbrandingslichttoevoervoorzieningen en/of rookgas afvoervoorzieningen. Een organisatie kan het BRL 6000-25 certificaat aanvragen voor één of meer van deze werkzaamheden, ook wel deelgebieden genoemd.  

De certificering is niet van toepassing op grote stookinstallaties, gasleidingen en warmte-afgiftesystemen. Voorbeelden hiervan zijn gaskooktoestellen, gasfornuizen en gasverbrandingstoestellen in (plezier)vaartuigen, (recreatie)voertuigen en caravans.

Altijd op de hoogte?

Wil je altijd op de hoogte zijn en blijven van de laatste ontwikkelingen in certificatielandschap? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niets! Op zoek naar een sparringpartner, neem dan contact met ons op via info@qsn.nl of 0252-547000.

Aanmelden nieuwsbrief

Bron: Rijksoverheid, Onderzoeksraad voor Veiligheid,

Installatiebedrijven