De Wet milieubeheer zegt dat iedereen voldoende zorg voor het milieu in acht moet nemen. Dit geldt voor alle bedrijven, instellingen en organisaties, in de wet benoemd als inrichtingen. Maatregelen moeten getroffen worden om de nadelige gevolgen voor het milieu van het transport van goederen en personen zoveel mogelijk te beperken. Er kan op grond van deze bepaling door het bevoegd gezag, handhavend worden opgetreden in geval van milieubedreigend gedrag.
Verkeer en vervoer komt steeds meer onder de aandacht als onderdeel van het milieu. Niet alleen in de Wet milieubeheer maar ook in het Activiteitenbesluit en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED).
Het Activiteitenbesluit kent type A, B- en C-inrichtingen. Nadat de online module (AIM online) van het Activiteitenbesluit is ingevuld komt naar voren welk type inrichting de organisatie is, bijvoorbeeld een kantoorgebouw is type A.
Type A- en B-inrichtingen (niet vergunning plichtig)
Voor deze inrichtingen gelden verplichtingen ten aanzien van het vervoer van de eigen werknemers van en naar de inrichting en geldt artikel 2.16 van het Activiteitenbesluit(1). Hierin staat dat bedrijven maatregelen moeten treffen ten aanzien van het vervoer van eigen werknemers op basis van een puntensysteem voor personenvervoer.
Indien er meer dan 500 werknemers werkzaam zijn kan het bevoegd gezag de organisatie verplichten om onderzoek naar personenvervoer te verrichten of te laten verrichten waaruit blijkt welke aanvullende maatregelen kunnen worden toegepast. Het bevoegd gezag kan naar aanleiding van dat onderzoek aanvullende maatregelen voorschrijven.
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regeling indien de organisatie aantoont dat het gezien de aard en ligging van de inrichting op geen enkele manier mogelijk is om te voldoen aan de regeling.
De regeling is niet van toepassing indien in de inrichting minder dan 50 werknemers werkzaam zijn.
Onder werknemers wordt verstaan ‘het totaal van de bij de inrichting behorende fulltime medewerkers, parttime medewerkers en medewerkers in de buitendienst die een dienstverband voor een bepaalde of onbepaalde tijd hebben’. Uitzendkrachten en andere ingehuurde medewerkers zijn hiervan uitgezonderd. Ook de werknemers die meer dan 80% van de diensttijd vanuit huis opereren zijn uitgezonderd van deze bepaling(2).
Type C-inrichtingen
Voor type C-inrichtingen (vergunning plichtige inrichtingen) staat de basis voor vervoermanagement beschreven in de Wet Milieubeheer waarbij in de omgevingsvergunning voorschriften opgenomen kunnen worden m.b.t. beperking van alle vervoerstromen (personen, bezoekers en goederenvervoer). Wanneer een voorschrift is verbonden aan een onherroepelijk geworden omgevingsvergunning, kan op deze voorschriften worden gehandhaafd. Zo niet kan alleen gehandhaafd worden bij milieubedreigend gedrag en geldt Wet Milieubeheer 1.1a – zorgplicht.
Bij personenvervoer is het van belang dat gekeken wordt naar woon-werkverkeer en zakelijk verkeer.
Onder bezoekersverkeer wordt verstaan het bezoek van klanten of bezoekers (in grote aantallen) aan een inrichting. Hierbij valt te denken aan een bioscoop, theater of een winkel.
Goederenvervoer voor bedrijven begint op de plaats waar de grondstoffen en/of tussenproducten worden vervoerd naar de inrichting voor opslag of verwerking. Het eindigt op de plaats waar de grondstoffen en/of producten worden afgeleverd bij de klant. Het gaat om het feit of het bedrijf hier invloed op kan uitoefenen door bijvoorbeeld eigen of geleasede voertuigen en in geval van uitbesteed vervoer dat er afspraken zijn gemaakt met de vervoerder over het beperken van de milieubelasting.
Grote ondernemingen zijn EED audit plichtig. Hierbij gaat het om ondernemingen met meer dan 250 personen in dienst of een jaaromzet van € 50 miljoen en een jaarlijkse balanstotaal van meer dan € 43 miljoen. Vervoer valt binnen de EED audit, het gaat hierbij om alle vervoer waarop de onderneming invloed heeft.
Met de komst van de Handreiking Vervoermanagement (versie 2 november 2017) wordt inzicht gegeven in de wijze waarop invulling aan de Zorgplicht van Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit betreffende verkeer en vervoer wordt gegeven. De Handreiking Vervoermanagement geeft inzicht hoe de vervoerstromen van de organisatie inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
Concluderend kan worden gezegd dat vanuit het Activiteitenbesluit artikel 2.16 nog niet in werking is getreden en type A en B inrichtingen zullen voldoen aan de Zorgplicht. Voor type C bedrijven geldt vervoermanagement zoals beschreven in de vergunning, indien dit niet in de vergunning is opgenomen geldt ook de Zorgplicht. In de EED audit is vervoermanagement opgenomen, daar zal de organisatie aan moeten voldoen. De handreiking Vervoermanagement kan daar goed bij helpen om dit inzichtelijk te maken.
Meer weten over vervoermanagement of de wijze waarop onze consultants jouw organisatie kunnen helpen met het inrichten? Wij vertellen graag meer. Onze consultants komen met een praktische aanpak die aansluit op de organisatie. Neem contact op via 0252-547 000 of info@qsn.nl.
Bronnen:
1.Artikel 2.16 van het Activiteitenbesluit is nog niet in werking getreden en inwerkingtreding is tot nader te bepalen tijdstip uitgesteld. Geldend is artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit, wat betrekking heeft op Zorgplicht. Daarin staat het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het beperken van de nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen en goederen naar de inrichting.
2.Handreiking Vervoermanagement, versie 2 november 2017.